Klimaat- en Energieverkenning 2021: uitvoering loopt (fors) achter bij beleid


In oktober is de jaarlijkse Klimaat- en Energieverkenning (KEV) verschenen, een publicatie van het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) in samenwerking met het CBS, TNO en het RIVM. De hoofdconclusie van deze editie is dat het kabinet zijn eigen klimaatdoelen, waaronder een emissiereductie van 49% in 2030, dreigt te missen. Recente plannen, ontvouwd in de Miljoenennota, kunnen bijdragen aan een verdere vermindering van de uitstoot, maar of dit ook lukt is afhankelijk van de uitvoering van het bestaande én nieuwe beleid. Daar komt bij dat de EU haar klimaatbeleid met een reductiedoel van 55% in 2030 nog scherper heeft gesteld.

Het doel om zoveel mogelijk huizen zo snel mogelijk van het aardgas af te halen, wordt bij lange na niet gehaald. Het PBL stelt vast dat het plan om tot 2030 anderhalf miljoen woningen en gebouwen te verduurzamen door ernstige vertraging van een reeks van gemeentelijke projecten ‘niet meer realistisch’. In de sectoren industrie, elektriciteit en mobiliteit verloopt de uitvoering van het klimaatbeleid voorspoediger. De landbouw kan volgens de samenstellers van de KEV profiteren van het strengere stikstofbeleid.

Einde van gaswinning in Groningen?

De KEV staat ook stil bij de gasvoorziening. Door de recente stijging van de gasprijzen en de onzekerheid over de leveringszekerheid is opnieuw discussie ontstaan over het besluit om het Groningenveld in 2022 te beëindigen. De KEV wijst erop dat de winning zoals gepland kan stoppen, maar dat dit niet betekent dat het veld daarna ook definitief gesloten kan worden. ‘Het is namelijk niet uit te sluiten’, schrijven de samenstellers, ‘dat gaswinning in Groningen ook na 2022 nodig blijft, bijvoorbeeld om op een koude winterdag te kunnen voorzien in de dan hoge gasvraag.’ Om dit te vermijden zijn verschillende maatregelen genomen zoals aanzienlijke vergroting van de stikstofproductie om geïmporteerd en uit kleine velden geproduceerd hoogcalorisch gas om te vormen tot zogeheten pseudo-Groningengas, dat vervolgens ondergronds kan worden opgeslagen, en daarnaast de (versnelde) ombouw van gasapparatuur in de landen die zonder deze ingreep deels blijven aangewezen op (pseudo-) Groningengas uit Nederland.

Importafhankelijkheid neemt toe

De importafhankelijkheid van Nederland zal hoe dan ook de komende jaren blijven toenemen. De vraag naar aardgas vermindert weliswaar, vooral dankzij maatregelen in de industrie, maar het aardgasvrij maken van woonwijken komt door tal van oorzaken niet goed van de grond. De binnenlandse productie is bovendien zeer sterk afgenomen en daalt nog steeds. De cijfers in het KEV laten zien hoe dramatisch het verval is. In 2010 produceerden de Nederlandse velden samen nog 81,4 miljard kubieke meter aardgas, in 2020 was dat nog maar 21,3 miljard kubieke meter. De voornaamste oorzaak hiervan is de sinds 2014 jaar na jaar toegenomen beperking van de productie uit Groningen als antwoord op de aardbevingsproblematiek. Daarnaast is ook de productie uit de kleine velden gedaald, doordat steeds meer velden leegraken en de nog beschikbare nieuwe voorraden om economische redenen niet of nauwelijks worden geëxploiteerd.

Deze trend zal volgens de KEV versterkt doorzetten. In het lopende gasjaar 21/22 mag nog maximaal 8,1 miljard kubieke meter aardgas uit het Groningenveld worden gewonnen. Het is zoals hiervoor aangegeven de bedoeling dat de winning daarna helemaal stopt, zij het dat het ministerie van EZK net als de KEV nog een voorbehoud maakt voor uitzonderlijke omstandigheden lees extreem lage wintertemperaturen. De KEV raamt dat de binnenlandse productie als gevolg van al deze ontwikkelingen in 2030 tot 7,3 miljard kubieke meter zal zijn afgenomen.
productie uit de kleine velden gedaald, doordat steeds meer velden leegraken en de nog beschikbare nieuwe voorraden om economische redenen niet of nauwelijks worden geëxploiteerd.

Meer hernieuwbaar gas

Naast de fossiele bronnen zal het aandeel van hernieuwbaar gas toenemen. Op dit moment is dat nog vrijwel uitsluitend biogas, waarvan een groeiend deel als groen gas na bewerking wordt toegevoegd aan het bestaande aardgasnet en een deel lokaal daar wordt verbruikt waar het is geproduceerd. Veel deskundigen en belanghebbenden verwachten dat daarnaast uit hernieuwbare elektriciteit geproduceerde (groene) waterstof de aardgasvraag zal helpen verminderen. De KEV plaatst hierbij echter een belangrijke kanttekening: ‘De toename van de Nederlandse productie van biogas of waterstof voor de gasvoorziening is met het vastgestelde en voorgenomen beleid tot 2030 verwaarloosbaar ten opzichte van de totale gasvraag’. Dit betekent dat, aldus de KEV, ‘het zaak is goed te doordenken hoe de leveringszekerheid en de betaalbaarheid van aardgas geborgd kunnen blijven’.

Omdat vanuit Nederland voorlopig ook nog steeds (pseudo-) Groningengas naar Duitsland, België en Frankrijk moet worden geëxporteerd, valt het vereiste importvolume zelfs hoger uit dan het zonder die noodzaak zou zijn. Dit gegeven brengt de KEV tot de conclusie dat ‘Nederland wat aardgas betreft een doorsnee Europees land is geworden’.

Bron: Planbureau voor de Leefomgeving.

Lees meer op:

https://www.pbl.nl/publicaties/klimaat-en-energieverkenning-2021

Hier kan ook de pdf-versie van het rapport worden gedownload.


Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *