KVGN-partner van het eerste uur NOGEPA heeft zich heruitgevonden. Sinds 16 mei gaat deze branchevereniging van 12 Nederlandse olie- en gasproducenten door het leven onder de naam Element NL. De visie en missie van de vereniging blijven grosso modo hetzelfde: meehelpen aan het zo snel mogelijk realiseren van een CO2-neutraal energiesysteem zonder op weg daarheen de energievoorzieningszekerheid op het spel te zetten. Kernactiviteit daarbij blijft voorlopig de inzet van de transitiebrandstof aardgas, in het bijzonder Nederlands aardgas. Maar er verandert ook het een en ander.
Nederland beschikt, ondanks de naderende vervroegde sluiting van het Groningenveld, nog altijd over behoorlijke gasvoorraden in kleinere velden, met name op de Noordzee. Element NL streeft ernaar om die voorraden zo volledig mogelijk te exploiteren. De voordelen zijn evident. Winnen van eigen voorraden vermindert de importafhankelijkheid. Bovendien heeft het eigen gas een beduidend lagere CO2-voetafdruk dan importgas dat met minder strenge milieunormering wordt geproduceerd en over grote afstanden moet worden getransporteerd.
Actieagenda
Om de missie van Element NL te concretiseren heeft de vereniging bij haar lancering op 16 mei een ambitieuze actieagenda gepresenteerd. Opvallend daarin is het commitment om de CO2-emissies in de gehele keten in 2030 te halveren ten opzichte van 2019. De manier om dit doel te bereiken laat zich vergelijken met het eerdere succesvol verlopen NOGEPA-programma om de uitstoot van methaan te halveren. Een ander essentieel element van de actieagenda is het elektrificeren van nieuwe installaties. Element NL stelt zich ten doel om 80 procent van de hoofdinfrastructuur met duurzame elektriciteit te voeden. Voorts wil de vereniging de CO2-voetafdruk in de waardeketen verminderen door zich te verplichten een deel van de CO2 die vrijkomt bij het gebruik van het gewonnen aardgas wordt vastgelegd of opgeslagen.
CCS is ten slotte ook een belangrijk speerpunt voor Element NL. De vereniging is ervan overtuigd dat, om voldoende schaalgrootte en een markt voor hernieuwbare waterstof te ontwikkelen, belangrijke volumes ‘blauwe’ uit aardgas geproduceerde waterstof moet worden geproduceerd. De CO2 die daarbij vrijkomt, kan direct in lege gasvelden worden opgeslagen.
Interview met Menno Snel
De voorzitter van Element NL (en bestuurslid van KVGN), Menno Snel, werd ter gelegenheid van de introductie van Element NL geïnterviewd door Energiepodium. Hij verklaart de naamswijziging door meer dan voorheen nadruk te leggen op de verduurzamingsopdracht van de vereniging. De zich ontwikkelende waterstofeconomie biedt daarvoor, aldus Snel, enorme kansen: ““Voor hen maar zeker ook voor Nederland, dat alles heeft om uit te groeien tot dé Europese of zelfs mondiale waterstofhub. De industrie, de logistiek, de infrastructuur, de kennis, de nabijheid van windenergielocaties… Als er één land is dat mede dankzij zijn unieke ligging als het ware gemaakt lijkt om met relatief geringe investeringen een sleutelrol te gaan spelen binnen de waterstofeconomie, dan is het Nederland.”
Tussentijds is en blijft aardgas een onmisbare transitiebrandstof. De Russische oorlog tegen Oekraïne heeft de aloude wens van NOGEPA om zoveel mogelijk gas uit eigen bodem te winnen nog actueler gemaakt. Volgens Snel is Nederlands gas “in veel opzichten beter dan importgas. Het gaat gepaard met minder uitstoot van methaan en CO2, het levert veel werkgelegenheid op én het leidt tot inkomsten voor de Nederlandse schatkist.”
80 miljard
Afgaande op het nog steeds aanwezige potentieel gaat het niet om een druppel op de gloeiende plaat. Volgens Element NL zit er nog 80 miljard kubieke meter aardgas in de kleine velden. Gekoppeld aan de jaarlijkse import uit Rusland van zeven à acht miljard kubieke meter kun je dat, aldus Menno Snel, “met een gerust hart een hoeveelheid noemen die zoden aan de dijk zet”.
Het volledige interview met Menno Snel is te vinden ophttps://www.energiepodium.nl/artikel/hoeveelheid-gas-in-kleine-velden-zet-zoden-aan-de-dijk-bij-afbouwen-import-russisch-gas