Systeemintegratie Energie in Nederland (SEIN)


De energietransitie kan slimmer en sneller door een integrale keten- en systeemaanpak: lessen over de organisatie van systeemintegratie in Nederland. Een succesvolle transitie naar een duurzaam energiesysteem vergt dat de veranderingen in energieaanbod, -vraag en infrastructuur in samenhang worden aangestuurd. Door invulling te geven aan de hiervoor benodigde regiefunctie kan de energietransitie sneller en over het geheel genomen kosten effectiever en efficiënter verlopen. Dat vraagt een actieve rol van de overheid in nauwe samenwerking met de spelers binnen het energiesysteem, energiebedrijven, infrastructuurbedrijven en energiegebruikers. Elf organisaties die in het hart van de energietransitie opereren hebben zich vanaf 2019 gezamenlijk gebogen over een cruciale uitdaging, die in vaktermen wel systeemintegratie of ook wel sectorkoppeling wordt genoemd: hoe zorgen we ervoor dat alle schakels in de energieketens van aanbod via infrastructuur naar vraag goed afgestemd op elkaar veranderen?

Handreiking SEIN

Onder de noemer SEIN, Systeemintegratie Energie In Nederland, is een ‘Handreiking’ opgesteld voor publieke, semipublieke en private partijen en overheden om de noodzakelijke systeemintegratie beter te orkestreren en is een witte vlekken analyse opgesteld waarmee met een checklist in kaart is gebracht hoe systeemintegratie nu in Nederland georganiseerd is en waar verbeterpunten liggen. Op deze pagina kunt u beide analyses downloaden. De belangrijkste inzichten uit beide analyses zijn:

Het energiesysteem is complex en in transitie. En de veranderingen naar een klimaatneutraalsysteem in de komende decennia maken het er niet eenvoudiger op. Het energieaanbod verandert: meer bronnen met een weers- en seizoen afhankelijk aanbod. De vraag verandert: andere activiteiten en processen, toename van schone energiedragers als elektriciteit en waterstof. En de infrastructuur om de energie van aanbod naar de verbruikers te brengen verandert mee.

Het streven is keuzes te baseren op integrale systeemafwegingen. Door die veranderingen over de ketens heen goed op elkaar af te stemmen kunnen de ontwikkelingen als geheel sneller verlopen, en kunnen kosten en tijd worden bespaard. En omgekeerd: als dat niet gebeurt, kunnen de klimaatdoelstellingen niet worden gehaald, en kan de unieke positie van Nederland in het internationale energielandschap (Noordzee als nieuwe energiebron, havens, sterke bedrijven, een optimale en uiterst betrouwbare gas- en elektriciteitsinfrastructuur, connecties met omringende landen, kennis en innovatiekracht, hoogopgeleide beroepsbevolking) onvoldoende worden benut.

Betere en intensievere samenwerking is cruciaal om de doelen van de energietransitie te halen en kansen te verzilveren. Dat gaat steeds beter, met initiatieven zoals het PIDO/MIEK, II3050 en andere trajecten. Verdere integratie en versnelling is noodzakelijk om de energietransitie te versnellen.

  • Via het PIDI/MIEK wordt hard gewerkt aan samenhang en regie voor de industrie en de hoofdinfrastructuur. Dat is een goede ontwikkeling. Omdat de infrastructuur breder gebruikt wordt, is het van belang de afstemming en interactie met de andere sectoren zoals de gebouwde omgeving en transport & mobiliteit te borgen. Benut hiertoe de inzichten uit de II3050-analyses; regel dat II3050 en de toekomstige updates hiervan hét kennis- en planningsinstrument voor systeemintegratie kan zijn dat aan de basis ligt van besluiten hierover. En ontwikkel het afwegingskader dat voor PIDI/MIEK leidend wordt gezamenlijk en op transparante wijze.
  • Maak de onderlinge relatie en samenhang tussen de verschillende nationale en regionale programma’s gericht op (delen van) het systeem, zoals PEH, CESen, RESen, Programma Noordzee, PIDI en anderen, helder en coördineer deze in samenhang. Maak inzichtelijk hoe informatiestromen lopen en waar prioritering en besluitvorming plaatsvindt. Dit verbetert de kwaliteit van de keuzes en zorgt voor de noodzakelijke versnelling.
  • Organisaties betrokken bij systeemintegratie en het energiesysteem dienen zich bewust te zijn van hun eigen rol in en bijdrage aan het grotere systeem. De SEIN-onderzoekers bevelen aan dat zij het principe voorop stellen “dat een optimaal systeem van een hoger belang is dan de onderdelen en zullen zich binnen verschillende processen conform opstellen” en dit actief door te voeren in hun eigen werkwijze en onderlinge samenwerking.

De suggestie in het rapport “Bestemming Parijs, Wegwijzer voor Klimaatkeuzes 2030, 2050” (januari 2021) om een sector overstijgend programma in te richten dat de integrale afweging en de besluitvorming over systeemkeuzes organiseert, en ook een investeringsagenda ontwikkelt voor de aankomende jaren, sluit hier goed bij aan.


Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *